De raderen van Charleroi
Charleroi, de stad waar alles draaide om de zware industrie van kolen en staal. Grote fabrieken en zware machines gaven grote rijkdom en zware arbeid. De terrils (heuvels van mijnafval) omringen de stad. De mijnen zijn allemaal gesloten en de heuvels groen begroeid. Wat laatste restanten van de staal- en kolenindustrie staan er nog, zoals een hoogoven op een kaal terrein en de restanten van een cokesfabriek. Er zijn slechts twee werkende grote staalfabrieken over.
In de stad is de rijkdom van de industriëlen te zien in de Jugendstil en Art Deco huizen. En de armoede in de arbeiderswijken; rijtjeshuizen die doen denken aan Engelse industriesteden. In een tentoonstelling van museumterrein Le Bois Du Cazier, even buiten Charleroi, zie je hoe Italiaanse gastarbeiders zelfs moesten wonen in de overgebleven kampen uit de Tweede Wereldoorlog.
Op het terrein van Le Bois Du Chazier staat ook het Musée Du L’industrie, daar zijn deze foto’s genomen. Onderdelen van tentoongestelde zware machines en overbrengingen van werktuigen in Het Atelier. Degelijke machines die minimaal een mensenleven lang meegaan (mits goed onderhouden).
In Charleroi is ook een fotomuseum in een oud klooster. Het is een bezoek waard.
Kijk voor meer industrieel werk ook eens naar mijn blog: Industrieel erfgoed in Suriname